Bij een afzonderlijke uitspraak kan de rechter aan degene die veroordeeld is wegens een strafbaar feit de verplichting worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel (ontnemingsmaatregel).
De betalingsverplichting kan worden opgelegd:
- indien voordeel is verkregen door middel van of uit de baten van het strafbare feit waarvoor betrokkene is veroordeeld;
- indien voordeel is verkregen door middel van of uit de baten van andere strafbare feiten waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door de veroordeelde zijn begaan;
- indien aannemelijk is dat strafbare feiten op enigerlei wijze ertoe hebben geleid dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. In dat geval kan zelfs worden vermoed dat uitgaven en verworven voorwerpen in de zes jaar voorafgaand aan de pleegdatum wederrechtelijk verkregen voordeel vertegenwoordigen.