Strafrechtelijk financieel onderzoek (s.f.o.)

Indien bij het Openbaar Ministerie tijdens een opsporingsonderzoek het vermoeden ontstaat dat betrokkene zijn vermogen illegaal verdiend heeft, dan is het mogelijk dat er een financieel onderzoek wordt opgestart. Dit aan het opsporingsonderzoek ‘parallel lopend’ financieel onderzoek kan vervolgens overgaan in een strafrechtelijk financieel onderzoek (s.f.o.). Voor een dergelijk s.f.o. is een rechterlijke machtiging nodig. Tijdens het s.f.o. beschikt de officier van justitie over een aantal bevoegdheden om het financiële onderzoek te laten doen zoals:

  • het zonder afzonderlijke machtiging leggen van conservatoir beslag op (on)roerende goederen;
  • inzage te vorderen van bescheiden en gegevens bij (financiële) instellingen;
  • van anderen dan betrokkene vorderen bekend te maken welke vermogensbestanddelen zij onder zich hebben of hebben gehad die aan betrokkene toebehoren of toebehoorden.

Een s.f.o. kan voortduren tot twee jaar nadat betrokkene is veroordeeld door de rechtbank in eerste aanleg. Mocht betrokkene echter niet worden veroordeeld maar bijvoorbeeld vrijgesproken dan dient het s.f.o. onmiddellijk te worden beëindigd. Zij kan echter weer worden opgestart indien het Openbaar Ministerie tegen de vrijspraak in hoger beroep is gegaan en het gerechtshof betrokkene alsnog veroordeelt.

Ook kan alsnog of wederom een s.f.o. worden ingesteld of heropend nadat uitspraak in de ontnemingszaak is gedaan. Dit nadere s.f.o. dient te worden gesloten indien de einduitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.