De ontnemingsprocedure

De ontnemingsvordering

Indien het Openbaar Ministerie op grond van het (strafrechtelijk) financieel onderzoek aannemelijk acht dat betrokkene wederrechtelijk voordeel heeft verkregen, dan kan zij middels een ontnemingsvordering de zaak aanhangig maken bij de rechtbank. Een dergelijke vordering dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk twee jaren na de uitspraak in de strafzaak in eerste aanleg bij de rechtbank aanhangig gemaakt te worden. De ontnemingsvordering wordt betekend aan de betrokkene. Op dat moment dient een eventueel opgestart s.f.o. gesloten te worden.

De ontnemingsrapportage

In de ontnemingsvordering wordt betrokkene medegedeeld dat hij kan kennisnemen van de stukken waarop de vordering berust. Doorgaans bevindt zich onder de stukken een ontnemingsrapportage. In deze ontnemingsrapportage wordt het door het Openbaar Ministerie geschatte hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel nader onderbouwd.

De voordeelsberekening

Het wederrechtelijk verkregen voordeel kan op verschillende manieren worden berekend. Ten eerste kan een berekening worden gemaakt van het voordeel per gepleegd strafbaar feit waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door de veroordeelde zijn begaan (concrete berekening). Hierbij kan bijvoorbeeld de methode van extrapolatie worden gehanteerd.

Daarnaast kan een berekening worden gemaakt via de methode van (eenvoudige) kasopstelling of vermogensvergelijking (abstracte methode). Bij dergelijke methodes wordt nagegaan of de uitgaven en/of vermogensvermeerdering gedurende een bepaalde periode (tot maximaal zes jaren voorafgaand aan het feit waarvoor betrokkene is veroordeeld) meer bedragen dan de legale inkomsten. Is dat het geval dan zijn er onverklaarbare inkomsten. Deze onverklaarbare inkomsten worden aangemerkt als wederrechtelijk verkregen voordeel.

Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de ontnemingsvordering vindt op de terechtzitting plaats. Zij is afgesplitst van de strafzaak. De behandeling ter terechtzitting kan echter worden voorafgegaan door een of meer schriftelijke ronden waarvoor termijnen worden gesteld (conclusie van antwoord, repliek en dupliek).

Indien de veroordeelde de ontnemingsvordering en de onderliggende ontnemingsrapportage betwist dan is het aan hem/haar om deze te weerleggen. Dit kan onder meer door het horen van getuigen en/of deskundigen en/of het overleggen van schriftelijke bescheiden waaruit de legale herkomst van de onverklaarbare inkomsten blijkt.

Schikking

Tot aan het moment dat de rechter uitspraak doet, kunnen de officier van justitie en de veroordeelde een schikking treffen. Een schikking is schriftelijk en behelst de betaling van een geldbedrag en/of de overdracht van vermogensbestanddelen. Mocht de veroordeelde uiteindelijk niet voldoen aan de schikkingsvoorwaarden dan kan de officier van justitie besluiten de ontnemingsprocedure alsnog op te starten.

De uitspraak

Uiterlijk zes weken nadat het onderzoek ter terechtzitting is afgerond, doet de rechtbank uitspraak.

De rechter kan de schatting van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel slechts ontlenen aan de inhoud van wettige bewijsmiddelen zoals getuigenverklaringen en/of schriftelijke bescheiden. Ook kan de rechter uitgaan van feiten van algemene bekendheid.

In de ontnemingsuitspraak dient de rechter achtereenvolgens twee beslissingen te nemen: eerst wordt de hoogte van het daadwerkelijk verkregen voordeel vastgesteld. Vervolgens wordt de betalingsverplichting vastgesteld. De betalingsverplichting is in beginsel gelijk aan de hoogte van het daadwerkelijk verkregen voordeel, maar kan om uiteenlopende redenen worden gematigd (zonodig tot nihil).

Rechtsmiddelen

Zowel het Openbaar Ministerie als de veroordeelde kunnen van het ontnemingsvonnis in hoger beroep gaan bij het gerechtshof. Tegen de uitspraak van het gerechtshof kan vervolgens ook nog cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad.